Als je dit artikel leest, ben je zeker geïnteresseerd in het onderwerp cryptocurrencies zoals Bitcoin (BTC) of Ethereum (ETH). In dit verband willen we je een vraag stellen: heb je je ooit afgevraagd waarom het woord “cryptocurrencies” de term “crypto” bevat? Natuurlijk komt het van een ander bekend woord – “cryptografie”. Dus wat hebben cryptografie en cryptocurrencies met elkaar gemeen? Lees verder om het te weten te komen!
Zijn cryptocurrencies veilig?
Cryptocurrencies werken op blockchain technologie. Dit betekent dat je om een transactie te doen, zoals een bepaald bedrag naar een bepaalde ontvanger sturen, die moet registreren op een publiek toegankelijke blockchain. Deze transactie wordt geauthentiseerd door je elektronische handtekening. Deze handtekening is een garantie voor de veiligheid van de transactie in kwestie – ze bewijst dat de transactie verstuurd werd door een geverifieerde afzender, en dus dat ze niet vervalst is. Wat maakt ze bijzonder en uniek? De digitale handtekening wordt gemaakt met een hash algoritme en asymmetrische versleuteling. Op dit punt gaan we naadloos over in het begrip cryptografie.
Hoe werken hashing en asymmetrische encryptie?
Cryptografie is een wetenschappelijke discipline die uitlegt hoe je informatie kunt overbrengen en tegelijk beschermen tegen ongeoorloofde toegang. Met andere woorden, cryptografie leert hoe je berichten kunt versleutelen. Eén manier om informatie te versleutelen is via hashing, een andere via asymmetrische versleuteling. In deze paragraaf zullen we beide begrippen uitleggen.
Laten we beginnen met hashing aan de hand van het voorbeeld van de populairste cryptocurrency van vandaag, Bitcoin (BTC). Hashing houdt in dat je een algoritme toepast dat invoergegevens onomkeerbaar omzet in unieke uitvoergegevens. Bitcoin gebruikt het SHA256 algoritme, dat de invoergegevens omzet in 256 binaire cijfers, of combinaties van nullen en enen.
Het volgende concept dat we zullen uitleggen is asymmetrische versleuteling. Elke cryptocurrency wallet is uitgerust met twee sleutels: een publieke sleutel en een private sleutel. Als je geld overmaakt naar een andere gebruiker, wordt je transactie asymmetrisch versleuteld met de publieke sleutel. Alleen de gebruiker die de bij de publieke sleutel behorende privésleutel heeft kan de transactie ontsleutelen. Dit is waar het bij asymmetrische versleuteling om gaat. Laten we proberen het hele proces te traceren met een eenvoudig voorbeeld.
Karolina wil 5 Bitcoins (BTC) naar Paul sturen. Het bericht dat Karolina stuurt bevat de volgende informatie: invoer- en uitvoergegevens, een link naar eerdere transacties en een versleuteld bericht met een elektronische handtekening. Paul moet, bij ontvangst van de transactie, deze authenticeren. Hij voert daarom twee handelingen uit. Eerst ontcijfert hij Karolina’s elektronische handtekening met haar publieke sleutel. Paul bezit de eerste hash. Dan gebruikt Paul een hash algoritme op het bericht dat van Karolina komt. Op deze manier verkrijgt hij de tweede hash. Als de twee hashes gelijk zijn, is de transactie geauthentiseerd. Op deze manier weet Paul dat de 5 Bitcoins echt door Karolina naar hem gestuurd werden en dat niemand het bericht dat ze stuurde verstoorde.